Vanaf eind september kunt u weer voorjaarsbloeiende bloembollen planten en u zo, tussen de herfstbuien en herfststormen door, alvast verheugen op een fleurige en kleurige lente. In ons tuincentrum in Temse heeft u nu ruime keuze uit allerlei soorten voorjaarsbollen, in alle kleuren van de regenboog.
Bollentijd!
Vroeg bloeiende voorjaarsbollen, zoals sneeuwklokjes, winterakonieten en sterhyacinten (Scilla) kunt u vanaf eind september tot begin november planten (of ‘poten’). Plant ze zo snel mogelijk na aankoop, anders kunnen ze uitdrogen. Soorten die iets later bloeien, zoals narcissen en tulpen, kunt u in oktober en november planten, mits het niet vriest. Soorten die later bloeien, zoals sierui (Allium), prairielelie (Camassia) en keizerskroon, plant u in november of uiterlijk medio december, zolang het niet vriest en de grond niet bevroren is.
Stap 1: Voorjaarsbollen kiezen
Iedereen kent narcissen, tulpen, sneeuwklokjes, blauwe druifjes en hyacinten. Maar er zijn nog zo veel meer mooie soorten, zoals de minder bekende verwilderingsbollen als sterhyacinten (Scilla), anemonen en sneeuwroem (Chionodoxa). Deze hoeft u maar één keer te planten of poten en vervolgens zaaien ze zichzelf uit.
U kunt het zo bont maken als u zelf wilt, of juist een beperkt kleurenpalet aanhouden. In het laatste geval kunt u het bij één soort kunt houden of verschillende soorten voorjaarsbollen in dezelfde tint kiezen.
Er zijn heel vroeg bloeiende soorten, zoals sneeuwklokjes, maar ook later bloeiende soorten, zoals een groot aantal tulpen. Ga voor zowel de heel vroeg als de wat later bloeiende soorten, dan geniet u nog langer van een fleurige lente.
Stap 2: Waar plant u voorjaarsbollen?
Bloembollen kunnen prima in de border tussen de vaste planten en struiken,
maar bijvoorbeeld ook in het gazon en in potten geplant worden. De meeste bollen houden van droge of in ieder geval goed doorlatende grond, anders gaan ze rotten. Kijk op het etiket of ze een zonnig of schaduwrijk plekje willen. Verwilderingsbollen houden bijvoorbeeld van een plekje onder een boom of aan de voet van een struik. In het gazon kunt u krokussen, narcissen en sterhyacinten planten. In een pot kunt u mooie combinaties maken van hoge en lage en vroege en latere soorten voorjaarsbollen.
Stap 3: Hoe plant u voorjaarsbollen?
Als vuistregel geldt dat u de bollen – met het puntje omhoog – twee tot drie keer zo diep plant als de bol hoog is. Kijk voor de juiste plantafstand op de verpakking. Voor een natuurlijk effect strooit u ze losjes uit over het gazon of in de border en plant u ze op de plek waar ze gevallen zijn. Bent u van plan heel veel voorjaarsbollen te planten of te poten? Koop dan meteen een bollensteker om het werk te vergemakkelijken. In een pot kunt u de laagjes- of lasagna-methode toepassen. Gebruik een vorstbestendige pot met een gat of gaatjes in de bodem, zodat overtollig regenwater kan weglopen. Grote, laatbloeiende bollen doet u onder in de pot en de volgende lagen vult u met de kleinere en latere soorten. Laat de bollen elkaar en de potrand niet raken (dichtbij de rand is de kans dat ze bevriezen groter). Plant bosviooltjes of winterviolen bovenin, zodat de pot er nu al aantrekkelijk uitziet en zet de pot op een beschutte plek.
Houd de site van ons tuincentrum in Temse in de gaten voor meer handige bollentips!